Vrijwel geen enkele organisatie ontkwam de afgelopen weken aan het treffen van bijzondere maatregelen. Welke ingrepen moest u doen bij de omschakeling naar de crisismodus? Het primair proces stilleggen of juist opschalen? Focussen of diversifiëren? Op afstand aansturen of de werkomgeving aanpassen?
Hoe bijzonder de ingrepen die u hebt gedaan ook waren, uw organisatie maakte daarbij gebruik van enkele basale mechanismen. Die zouden ook onder normale omstandigheden goed moeten functioneren, maar ze werden bij aanvang van de coronacrisis op een unieke manier beproefd. Juist nu de gang van zaken nog vers in uw hoofd zit, is het daarom goed om te reflecteren op het leiderschap in uw organisatie. Hieronder volgen vijf vragen die u daarbij helpen.
- Hoe vanzelfsprekend was persoonlijke aandacht in de organisatie?
Ongeacht waar uw medewerkers nu hun werk doen, u realiseert zich waarschijnlijk meer dan ooit hoe belangrijk aandacht voor hun persoonlijke zorgen en voorkeuren is. Als we iemand persoonlijke aandacht geven, brengen we onszelf in beeld en vergroten we de kans dat die ander open staat voor onze belangen. Wederkerigheid is een wezenlijk element van samenwerking. Door de fysieke afstand tot thuiswerkers en/of de stress van medewerkers vanwege alle ongewone risico’s, is het extra belangrijk om hen te betrekken bij de organisatiebelangen. Voor de toekomst kunt u zich afvragen in hoeverre persoonlijke aandacht in uw organisatie wordt gezien als een belangrijke vaardigheid van leiders.
- Hoe snel had u overeenstemming over de verwachte financiële positie?
De precieze formulering varieerde, maar in elke organisatie heeft men zich afgevraagd welke impact de pandemie kan hebben op de financiële positie. Wat kunnen we ons veroorloven? Ook zonder crisis is het verstandig om in het verlengde van inzicht in de actuele resultaten een prognose-instrument te hebben om door te rekenen hoe het na vandaag verder gaat. Toch gaat het niet om de rekentruc zelf – die kan iemand desnoods voor u uitvoeren. Mijn ervaring is dat een financiële prognose alleen nuttig is als die zeggingskracht heeft voor de sleutelfiguren in uw organisatie. Anders blijft het een mooi spreadsheet, en word je het alsnog niet eens aan welke knoppen gedraaid moet worden. Het vergt leiderschap om als groep tot een gedeeld toekomstperspectief te komen. De leiderschapsvraag is in dit geval hoeveel moeite het kostte om een gedeelde conclusie te ontlenen aan de financiële prognose.
- Bent u nog steeds tevreden over het kostenniveau van uw organisatie?
Vóór de coronacrisis was flexibilisering een van de belangrijke sociale en economische vraagstukken in onze samenleving. Vermoedelijk hadden sommige organisaties de afgelopen weken spijt dat ze hun personeelsformatie niet flexibeler hadden samengesteld. Hoe begrijpelijk ook, zelfs los van het sociale aspect is deze kwestie nog niet zo eenvoudig. Een flexibele formatie heeft immers ook nadelen: het ontbreken van impliciete organisatiekennis en gedeelde waarden in de interactie met klanten. Een gezond evenwicht tussen vaste en variabele kosten vergt bekwaam leiderschap. Dat geldt ook voor andere kostenposten. Heeft uw organisatie spijt van investeringen (hadden we dat materieel maar gehuurd!) of juist last van ontbrekende faciliteiten die nu ‘opeens’ van strategisch belang blijken te zijn? Een punt van reflectie voor de toekomst is dan ook: ervaart uw organisatie zelfs in crisistijd een gezond evenwicht in de samenstelling van resources?
- Wie participeerden in de besluitvorming toen het spannend was?
In veel organisaties zeggen medewerkers dat besluiten worden genomen in het managementteam. Dat is de vergadering van de leidinggevenden onder voorzitterschap van hun leidinggevende. Als u terugkijkt naar de totstandkoming van de belangrijkste besluiten in de afgelopen weken, wie hadden daarop dan wezenlijke invloed? Waren dat de deelnemers aan het MT? Prima! Dan blijkt dat uw organisatie ook onder normale omstandigheden besluiten neemt met de juiste personen aan tafel. Maar misschien realiseert u zich nu dat de échte besluiten daar eigenlijk alleen maar werden meegedeeld. Wie waren wél bij die besluiten betrokken? Heeft uw organisatie een beroep gedaan op adviseurs uit de eigen staf, of externen? Welke rol speelde de OR en hoe effectief bleek hun verbinding met de achterban? Of nam één persoon alle besluiten? De besluitvorming in de afgelopen weken zegt veel over het leiderschap. Aan wie vertrouwt de organisatie belangrijke beslissingen toe?
- Wist iedereen al snel wat hem of haar te doen stond?
In crisistijd komt het er op aan: werken we effectief samen aan een gezamenlijke missie? Juist als de omgeving sterk verandert, moet de groep snel en goed begrijpen wat dat betekent voor de taakverdeling in het samenwerkingsverband. Met een sterk, gedeeld besef van de missie is het veel eenvoudiger om het gedrag van teamleden te sturen op het (blijven) uitvoeren van die missie. Ondanks, of juist dankzij de ingrijpend veranderde context. Organisaties vertrouwen soms sterk op functieprofielen, directe instructies en individuele targets. Die komen er nu waarschijnlijk achter dat elke medewerker vanwege de veranderde omstandigheden opnieuw uitgelegd moet krijgen wat hij of zij moet doen. Een vraag om te overwegen is dan ook: in hoeverre zijn medewerkers in uw organisatie gedreven door een duidelijke missie?
Vrijwel geen enkele organisatie ontkwam de afgelopen weken aan het treffen van bijzondere maatregelen. Welke ingrepen waren er in uw organisatie nodig bij de omschakeling naar de crisismodus? Enkele weken verder is dit het uitgelezen moment om te reflecteren op het leiderschap in uw organisatie.
Heeft u interesse een keer een gesprek hierover aan te gaan; Neem dan contact op met ons op voor het plannen van een afspraak; backoffice@percepsie.nl